5. Kies zorgvuldig een vragenlijst
Dichotome vragen over suïcidale gedachten of suïcidepogingen (zoals “Heeft u in de afgelopen 12 maanden een suïcidepoging gedaan?”) worden veel gebruikt. Echter, uit meerdere onderzoeken blijkt dat de nauwkeurigheid van deze vragen beperkt is. Dit wordt verder toegelicht in de online Bijlage 2. Dit komt onder andere doordat niet iedereen dezelfde ideeën heeft bij termen als “suïcidepoging” (zie ook Handvat 4: Definities bepalen).
Naast de vraagstelling kan ook de manier van vragen veel verschil maken. In een studie waarbij mensen op vier manieren gevraagd werden naar suïcidale gedachten en suïcidepogingen (telefonisch, interview, vragenlijst in aanwezigheid van onderzoeker, anonieme vragenlijst) werden aanzienlijke verschillen gevonden tussen de antwoorden die zij gaven, zelfs wanneer exact dezelfde vragen gebruikt werden.1
De volgende zaken dragen bij aan nauwkeurigere en betrouwbaardere metingen:
- Maak duidelijk wat bedoeld wordt met de termen die in het instrument gebruikt worden (zie ook Handvat 4: Definities bepalen).
- Gebruik gevalideerde instrumenten.
- Gebruik een instrument met meerdere items om één construct te meten.
- Gebruik items met een schaal als antwoordmogelijkheden (bijvoorbeeld een vijfpuntschaal van “Nooit” tot “Meerdere keren per dag”).
- Gebruik items die suïcidaal gedrag meten als multidimensionaal construct. Dit kan naast nauwkeurigere resultaten ook aanvullende informatie opleveren. Zie bijvoorbeeld item 1 van de SBQ-R.
- Gebruik een instrument met (open) follow-up vragen, of interviews.
- Gebruik een instrument dat aansluit bij de doelgroep, bijvoorbeeld op basis van leeftijd of culturele achtergrond.
- Zorg dat (respondenten weten dat) er geen consequenties aan hun antwoorden zitten, zoals niet meer kunnen deelnemen (en dus geen vergoeding krijgen) of ongewenst hulp krijgen.
- Zorg voor voldoende ruimte, tijd en privacy bij het invullen van de vragenlijst. De aanwezigheid van de onderzoeker bij het invullen van de vragenlijst kan de uitkomst al beïnvloeden.1
Batterham et al. (2015) heeft een review gedaan waarin verschillende vragenlijsten worden vergeleken a.d.h.v. een aantal criteria. Lees er hier meer over.
Instrumenten over suïcidaliteit die veel worden gebruikt in Nederland
Item(s) over ideatie | Item(s) over pogingen | |
Suicidal Ideation Attributes Scale (SIDAS) | Ja | Ja |
Columbia – Suicide Severity Rating Scale (C-SSRS) | Ja | Ja |
Self-injurious Thoughts and Behaviors Scale (SITBI) | Ja | Ja |
Camberwell Assessment of Needs (CANSAS) | Ja | Ja |
Comprehensive Assessment of Symptoms and History (CASH) | Nee | Ja |
(Beck) Scale for Suicide Ideation (BSSI) | Ja | Ja |
Mini Internationaal Neuropsychiatric Interview (MINI) – suïcidaliteit subschaal | Ja | Ja |
Instrumenten over andere onderwerpen (bijvoorbeeld: depressie) die veel worden gebruikt in Nederland en óók een of meerdere items bevatten over suïcidaliteit
Item(s) over ideatie | Item(s) over pogingen | |
Composite International Diagnostic Interview (CIDI) | Ja | Ja |
Child behaviour checklist (CBCL) + Youth self-report (YSR) | Ja | Ja |
Patient Health Questionnaire (PHQ-9) | Ja | Nee |
Symptom Checklist-90-(revised) (SCL-90-R) | Ja | Nee |
Hamilton Depression Rating Scale (HAM-D) | Ja | Ja |
Inventory of Depressive Symptomatology (IDS) | Ja | Ja |
Beck Depression Inventory II (BDI-II) | Ja | Nee |
Neuropsychiatric Inventory (NPI) | Ja | Nee |
General Health Questionnaire (GHQ-28) | Ja | Nee |
Deze overzichten zijn samengesteld op basis van literatuuronderzoek en door betrokken onderzoekers te benaderen. Voor meer informatie kan je onderzoekopmaat@113.nl benaderen.
Single items
Soms is het nodig om suïcide gedachten of suïcidepogingen met één enkel item te meten. Denk bijvoorbeeld aan vragenlijstonderzoek in de algehele bevolking waarin een breed scala aan vragen over gezondheid wordt voorgelegd, en voor elk onderwerp slechts ruimte is voor één item. In die gevallen is het extra belangrijk te kiezen voor een item met een schaal als antwoordmogelijkheden (bijvoorbeeld een vijfpuntschaal van “Nooit” tot “Meerdere keren per dag”) of een item dat suïcidaal gedrag meet als multidimensionaal construct. Wordt er toch gekozen voor een dichotome vraag, houd dan bij de interpretatie van de resultaten rekening met onnauwkeurigheden. Op dit moment werken onderzoekers van 113 Zelfmoordpreventie aan de ontwikkeling van een nieuw ‘single item’ om suïcidepogingen nauwkeurig te meten.
Bronnen
- C. A. Deming e.a., ‘Inconsistencies in self-reports of suicidal ideation and attempts across assessment methods.’, Psychological Assessment, vol. 33, nr. 3, pp. 218-229, mrt. 2021, doi: 10.1037/pas0000976.